SAMENWERKING TUSSEN ZUID EN NOORD.




Een groep missionarissen, zusters en paters, profiteerden van hun Verlof uit Afrika om een Theologische en Pastorale Cursus te volgen in Rome, in September j.l.

Bij gelegenheid van een bezoek aan het Generalaat van de Missionarissen van Afrika, op de Via Aurelia,   hadden we het voorrecht om aldaar de crypte te bezoeken, want daar bevond zich het graf van de Kardinaal Lavigerie.

Er tegenover bevond zich ook een nis met zeer interessante informaties over het werk van de Witte Zusters en de Witte Paters.
We waren verbaasd over het aantal Congregaties die gesticht werden door hen, of geholpen om te stichten.

Ook bevond zich daar een imposante lijst van de Martelaren van de Witte Paters, gestorven gedurende de eerste jaren van hun Apostolaat in Afrika

Die dag brachten we ook een bezoek aan het Generalaat van de Witte Zusters. We vonden wêl dat er een verschil was tussen die 2 huizen..Het gebouw van de Zusters Missionarissen was de eenvoud zelve.

 

 

Wat zou de kardinaal gedaan hebben als hij nu geleefd zou hebben?  Wat bezielt nieuwe leden van onze sociëteit en congregatie.? 

 

Hoe zou ik vandaag reageren op een uitnodiging Witte Pater te worden. ?  De jubileum vieringen in Tanzania op het ogenblik. Wat hebben we eigenlijk gedaan?  Het geloof gebracht? De kerk gesticht?

 

Dezelfde vragen, die naar voren kwamen in de documentaire die de Ikon maakte over het ontruimen en de verhuizing van de bewoners van Sparrendaal in Vught.  Wat hebben we gedaan? Vroeg die missionaris zich af op zijn sterfbed.. Hij zei op dat moment dat hij niet veel hoop had voor de toekomst van de Congo. Wij hebben hen corruptie geleerd, zei hij. Waar of niet /  De discussie over ontwikkelingshulp waar dan zogenaamd de verkeerde groep mee geholpen zou zijn. Hier schijnt men de richting en het doel van de hulpverleners, de motieven in twijfel te trekken.

 

De kardinaal leefde in een tijd van grote koloniale uitbreiding in Afrika ook de slavenhandel maar eigenlijk alle handel want de koloniale expansie was  vanwege de handel. De kardinaal vond  dat die expansie niet mocht plaatsvinden zonder ook de christelijke waarden en normen te verspreiden; slavenhandel kon je alleen bestrijden door een mentaliteits verandering, dus christelijke normen en waarden te verspreiden bij de bevolking die aan de bron stonden van de slavernij. De verkopers.

 

De kardinaal werd gestimuleerd door de hongersnood in Algerije en eiste voor zichzelf het recht op aan de zijde te staan van de slachtoffers van de hongersnood en zoveel mogelijk de nood te lenigen.

Het was ongetwijfeld gericht op bekering van  de inwoners.  Ontstaan van de sociëteit en de congregatie.  Van bekering naar samenleven er midden in staan en naastenliefde en respect uitstralen door leven. Leven in communiteit.

 

Centraal Afrika: bekering  tot christendom en de kerk planten als tegenwicht tegen de handelsverdragen(?)  .

Onze constituties:  Getuigen te zijn van het koninkrijk en het Goede Nieuws delen met hen die het willen horen. Solidariteit met  de mensen met wie we leven. Dialoog met andere religies en culturen. Model is de menswording van Jezus. Het laat zien dat God zelf  mensen respecteert en dat hij begaan is met hun ontwikkeling als individuen en als gemeenschappen. Mee- lijden en mee leven dwingt ons vooral met de armen begaan te zijn.  Het is de zending van de Kerk en wij maken daar deel van uit.

 

Witte Zusters: Moeder Marie Salome herinnerde de Kardinaal aan de kern van  de missionaris roeping: Getuigenis afleggen van God’s Liefde voor de alle mensen, ook muslims.

Nieuwe visie van de  “evangelisatie”

 

Voor mijzelf:  Ik wilde mensen helpen. Dokter worden. Geen geld. Dus priester en ten slotte seminarie.  Motief: mensen helpen.  Door het geloof te verspreiden?  De mensen wilden wel christen worden en de instructies gaf ik altijd met veel enthousiasme en veel plezier.  Ook christelijke waarden: respect en naastenliefde werden uitgedragen. 

 

Communiteits leven. Vonden we toen niet zo belangrijk het werk kwam eerst en als een confrater in de weg stond moest hij maar overgeplaatst worden.

 

Missionarissen, die hier komen, staan met lege handen. Volgens Kees Maas provinciaal van de SVD. “Belangrijk is dan dat ze leven in een communiteit, in een leefgroep, waar ze zich thuis voelen. Dat er mensen zijn. Die met hen op zoek gaan naar een zinvolle invulling van hun missionaire zending.”

 

Of moeten we zeggen: “Missionarissen staan met lege handen.” Niet alleen degene, die hier komen, terug uit hun missiegebied.

 

 In de jaren zestig op een seminar in Tanzania over het 2de Vaticaans concilie, hoorde ik een Mary Knoll zuster zeggen: wat valt er dan nog te verkondigen, als zonder doopsel geen heil en andere aanspraken op exclusiviteit wegvallen.

 

Vandaag : Zou ik weer Witte Pater worden om “mensen te helpen” in Afrika? Of zou ik het op een andere manier doen.? De kerk steunen, verspreiden?  Of  zou het nu anders moeten?  Zonder te oordelen over wat we gedaan hebben. Dat is een gigantisch werk geweest en de velen die ons werk overgenomen hebben zijn er getuigen van, maar toch anders dan hoe?

 

Vrijwilligers hebben tijdelijke contracten en ons engagement was een blijvend engagement en er was continuïteit in zekere zin met onze voorgangers. We leefden er ook, misschien niet helemaal zoals de bewoners zelf, maar toch eenvoudig en vooral in communiteit.  Voor mij is het belang van “communiteit” pas laat tot bloei gekomen. Noorse vrijwilligers.  Vele dopen en huwelijken en allerlei andere pastorale activiteiten later.   

 

In onzekere tijden werd het duidelijker, als pastorale activiteiten onmogelijk werden door omstandigheden, oorlogen en opstanden en vluchtelingen. “Er zijn” werd belangrijker dan het doen.

Een steun voor de mensen op allerlei manieren, ook als materiele steun onmogelijk werd. Toch blijven. Missionaris in de tijd van Idi Amin in Uganda; hij meende de verschrikkelijke dingen die gebeurden aan de kaak te moeten stellen in de voorbeden van de Eucharistieviering, maar de gelovigen vroegen hem dit niet te doen. Zij wisten best wel wat er plaatsvond, maar ze vonden de aanwezigheid van de missionaris te belangrijk, om die in de waagschaal te stellen. “Er zijn”werd veel belangrijker dan “doen”.

 De communiteit werd toen belangrijker ook als teken naar de anderen toe. De communiteit werd prioriteit en blijkt meer effect te hebben in de zin van christelijke normen en waarden bekend maken dan preken en andere pastorale praktijken.

 

Uit een artikel van Gotthard Roesner in de Petit Echo”:  Hij komt met een nieuwe term om het charisma van de missionaris  aan te geven: “Ontmoeting”.  Hij zegt  wat het niet is: Niet onderwijzen en bekeren. Niet de waarheid brengen. Niet alles weten en  anderen daarvan op de hoogte brengen. Het is niet  ontwikkeling opdringen. Niet  het bouwen van klinieken en scholen en kerken. Het betekent: dicht bij mensen staan, naar hen luisteren met hen meegaan. Gebaseerd op vertrouwen en respect. Anderen in hun anders-zijn accepteren. De waardigheid van de ander zien. Delen in het lijden en de armoede. Open staan’. Eigenlijk zegt hij dat alles wat ik in het verleden belangrijk vond er nu niet meer toe doet.

Missionaris zijn in de contemplatieve  zin, altijd met de Schepper in gedachte.

Ik ben nu op een leeftijd dat mensen voor me opstaan in de bus en ik ben er ook meestal heel blij mee. Ik probeer het dan ook te laten blijken, dat ik er erg blij mee ben. Is dat de reikwijdte van mijn missionairs zijn?. Ik ben bang van wel. Gelukkig leef ik ook in een communiteit en die is nu wel heel belangrijk voor me en ik probeer ook dit te laten blijken, dat ik er blij mee ben.  Die vreugde laten zien mezelf bewust van mijn plaats in het geheel zou dat dan de vervulling zijn van mijn missionaris roeping?  In ieder als het missionaris zijn voornamelijk bestaat in het leven naar anderen toe, en in communiteit en als zodanig aanwezig zijn   dan sta ik niet met lege handen.

 

 

Gebed van bisschop John J. Walsh:   ” God, laat ons profeten zijn die het koninkrijk van God verkondigen in alle dingen.  Laat ons mystieken zijn die ervaring hebben met het “een-zijn” met God, met de hele mensheid en met de hele schepping.

Missie betekent niet “ergens” naar toe gaan, “iemand” van dienst zijn, “iets” tot stand brengen.

Missie betekent:staan aan  het middelpunt van wat  zin geeft aan tijd  en geschiedenis en vanwege onze beperkte  omgeving kunnen we het meeste tot stand brengen in onze communiteiten.  Misschien hebben we in het verleden onze actie-radius wel overdreven.  Hadden we toen wel zoveel invloed? Over een groot gebied. Waar we dan ook waren of zijn, komen we in contact met een klein aantal mensen en in die omgeving moeten we missionaris proberen te zijn d.w.z. vooruitlopen op de aanwezigheid van het koninkrijk van God. 

God, geef ons de moed nieuwe dromen te dromen, nieuwe gedachten te denken en de toekomst in te gaan met de Geest. God, vervul ons met de vreugde van het evangelie en help ons anderen hierin te laten delen.”

 

Wat houdt ons tegen om dit eerst in onze eigen communiteiten in praktijk te brengen.?

 

Uit het boek “samenwerking tussen Zuid en Noord”, door Pater Kees Maas. Provinciaal van SVD.

Petit Echo: 208/08 nr. 994.

Datum:        30-11-2008

 

 

 

 


Webmaster-NL


Vorige pagina